Oersterk is helaas geen oersterk boek

Eindelijk heb ik het boek Oersterk gelezen. Ik kreeg het cadeau van Ekoplaza, erg aardig! Het boek bestaat uit een aantal delen. Deel 1 beschrijft de manier waarop je naar gezondheid kunt kijken vanuit verschillende visies. Het is enorm veel informatie bij elkaar. Wel boeiend, maar voor een leek is dat wel erg veel informatie en voor een professional is het te oppervlakkig. Mooi vind ik dat Richard aangeeft dat je niet voor niets ziek wordt en dan het beste uit kunt zoeken wat de oorzaak is. Hierbij zoekt hij naar de logische samenhang tussen lichaam en geest. In dit deel krijg je de indruk dat Richard iemand is die graag speurt naar de beste oplossing om weer gezond te worden. Het is heel jammer dat dit alleen in deel 1 naar voren komt.

 

 

 

Waarom niet zoeken naar gemeenschappelijk belang

Deel 2 gaat over de organisatie van de zorg. Ik vind het als natuurgeneeskundige enorm jammer dat iemand die zelf  geneeskunde heeft gestudeerd niet zoekt naar samenhang tussen de natuurgeneeskundige en reguliere visie. Juist hij had daar een voortrekkersrol in kunnen nemen. In plaats daarvan geeft hij (deels) een extreem negatief beeld van de reguliere zorg. Ja ik zie ook aspecten die regulier van complementaire zorg kan leren, maar ook zeker andersom! Het is niet zo dat de reguliere zorg domweg alleen maar medicijnen voorschrijft, zeker de jongere garde niet. Mijn huisarts zei laatst tegen haar assistente (over een andere cliënt): ‘ik schrijf bij anemie niet direct medicijnen voor, ik wil eerst de oorzaak weten en wellicht kunnen we het dan oplossen met voeding‘. Ja regulier is misschien geneigd om iets eerder voor medicijnen te kiezen als dat een natuurgeneeskundige zou doen. En ja, de farmacie speelt hierin ook een rol. Maar dat zelfde geldt net zo goed voor supplementenfabrikanten.

Uiteraard ben ik er een voorstander van om gezondheidsproblemen op de eerste plaats met voeding aan te pakken. En pas medicijnen te gebruiken als er  weinig verbetering mogelijk is met voeding. Daar valt nog veel te winnen in de zorg. Maar zeker niet alleen in de reguliere zorg, dit geldt ook voor zogenaamde therapeuten in de complementaire zorg die voedingsadvies geven die niet op feiten is gebaseerd. Therapeuten en artsen die hysterische stukken over gif en e-nummers schrijven worden enorm goed gelezen, maar zijn niet gebaseerd op feiten en helpen consumenten daarom niet. Als je daar zo graag over wil adviseren verdiep je dan ook in onafhankelijke informatie over voedselveiligheid.

Een orthomoleculaire opleiding vervangt geen basisopleiding voeding

En ja ik geef zelf ook de voorkeur aan onbewerkte voeding, maar de informatie die je over bewerkte voeding schrijft moet wel juist zijn. En helaas blijkt in deel 3 dat Richard voeding heel belangrijk vindt, maar er te weinig van af weet. Hoe serieus wil je dan genomen worden als professional? Een orthomoleculaire opleiding is een uitstekende opleiding maar niet als vervanger van een gedegen basisopleiding voeding. De orthomoleculaire visie is het vervolg op de basis. Een basis die je moet beheersen om een goed advies te kunnen geven.

De informatie klopt niet

Het is prima als iemand voor biologische voeding wil kiezen, maar een gezond voedingspatroon is voor de gezondheid vele malen belangrijker dan al dan niet biologisch eten. Wel houdt biologische voeding meer rekening met het biologische evenwicht.

Jammer dat Richard verwijst naar het boekje ‘Wat zit er in uw eten’. In dat boekje staan helaas veel fouten. Dit is geschreven door iemand die niet echt goed begrijpt hoe een en ander in elkaar zit. Eet je dit liever niet, prima maar schrijf er niet allemaal ‘onzin’ over. Glutamaat zit bijvoorbeeld ook in kaas en in een tomaat. Ik vermoed dat Richard dit niet beseft.

Zetmeel kan bewerkt worden om de juiste eigenschappen te krijgen, bijvoorbeeld als verdikkingsmiddel in sauzen en soepen. Dit heet dan gemodificeerd zetmeel. Gemodificeerd zetmeel is niet genetisch gemanipuleerd. In Nederland is het verplicht op de verpakking te zetten als iets genetisch gemanipuleerd is.

Zijn tips om te kiezen voor onbewerkte koolhydraten zijn prima. Ik ben ook geen voorstander van veel suiker, maar drie pagina’s over de nadelen van suiker vind ik niet heel nuttig. Je kunt in één alinea ook uitleggen dat er vitamines en mineralen nodig zijn om voeding en dus ook suiker te verteren en dat die vitamines en mineralen in suiker ontbreken en daarom uit het lichaam moeten worden onttrokken. Dat is dus niet zo gezond om (te) vaak te doen.

Waarom hij graan en melk ongezond vindt, legt hij niet echt goed uit. Het zou voedselallergieën kunnen veroorzaken. Inderdaad zou kunnen, om het dan maar meteen opzij te schuiven voor iedereen vind ik wel een rigoureuze beslissing voor iemand die maatwerk wil geven aan zijn cliënten. Wat betreft granen zouden lectines en saponinen problemen kunnen geven. Schade door lectines en saponines ontstaan bij de inname van enorme hoeveelheden. Zo moet je bijvoorbeeld om muisonderzoek over saponinen te vertalen naar mensen, iemand met PDS ongeveer 40 kg aardappelschillen, ja de schillen laten eten. Dus kun je de conclusie trekken dat het beperken van saponines voor mensen niet relevant is. Zijn advies om wit brood te eten is ook niet onderbouwd en geen goed idee. Een volkoren brood dat lang genoeg heeft gerezen heeft o.a. veel B-vitamines en vezels.

Water uit de kraan in Nederland is uitstekend. Een waterfilter geeft het water een lagere PH en maakt het water dus minder basisch. Melk is trouwens niet verzurend, maar basisch.

Het deel over vetten is rommelig. Er wordt niet duidelijk gemeld dat je omega 3 en 6 via voeding binnen moet krijgen. In margarine/halvarine zitten geen transvetten en deze worden thuis ook niet gevormd bij verhitten.

Het verhaal over fructose gaat over de situatie in Amerika en niet in Nederland. Als je wilt weten hoe het in Nederland in elkaar zit, lees dan dit stukje even.

Ik ben eerlijk gezegd verbaasd dat er iemand enthousiast is over de aanpak van Richard. In het eerste deel kreeg ik sympathie voor zijn gedrevenheid. Daarna sloeg dat om in irritatie, als je graag voedingsadvies wilt geven, zorg dan ook dat je weet waar je het over hebt. Met bangmakerij help je echt niemand, maar verkoop je wel veel boeken. Ook ben ik teleurgesteld dat iemand die zo goed de bruggenbouwer zou kunnen zijn tussen regulier en complementair juist een wig slaat tussen beiden. Terecht neemt de reguliere zorg zijn slecht onderbouwde adviezen met een grote korrel zout.

Later schreef ik dit stuk voor het tijdschrift Voedingswaarde.