100% gifvrij

Van de week las ik eindelijk het boek 100% gifvrij van Julia Kang. De titel roept bij mijn in eerste instantie weerstand op, omdat het voor mij klinkt als boek dat niet gericht is op onderbouwde inhoud. Julia Kang zelf vind ik echter schattig overkomen. Ik was daarom toch oprecht benieuwd naar haar boek.

Dik door gif?

Julia Kang is een ervaringsdeskundige en duidelijk niet opgeleid in voeding. Het eerste deel van het boek gaat over gif. Ze is ervan overtuigd dat je dik wordt van gif. Je wordt echter dikker als je meer kcal binnen krijgt dan dat je verbruikt. Julia schrijft dat afvalstoffen worden opgeslagen in vet. Dat is juist. Daarom is zij van mening dat als je te veel afvalstoffen (zij noemt dat gif) vasthoudt je niet kunt afvallen. Waar ze dat op baseert is onduidelijk. Er is nog nauwelijks onderzoek naar gedaan.

 

Volgens Julia bevat biologische voeding geen kcal

Biologische voeding kent ze waarde toe die niet op feiten zijn gebaseerd. Ze schrijft dat ze twee klasgenoten had die onbeperkt biologisch konden eten maar niet dik werden. Het lijkt erop dat ze denkt dat je van biologische voeding niet dikker kunt worden. Dat is uiteraard onjuist, het gaat om de balans in kcal. Het is wel zo dat bij biologische voeding minder bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. En er is meer respect voor het biologische evenwicht. Daar kun je voor kiezen als je dat belangrijk vindt. Voor de meeste mensen is echter een al geheel gezond voedingspatroon voor de gezondheid veel belangrijker dan het al dan niet biologisch eten.

Er worden nog allerlei andere voorbeelden van gif aangehaald. Ik heb respect voor iemand die kiest voor producten die zo natuurlijk mogelijk zijn, maar je moet daaraan niet allerlei niet onderbouwde gezondheidsclaims aanhangen.

De informatie over vet klopt niet

Het tweede deel van het boek gaat over vet. In dit deel staan een aantal feitelijke fouten. Ze wekt niet de indruk te weten hoe dit in elkaar zit en bevestigt hier helaas mee dat ze weinig van voeding weet. Ik heb ook niets tegen vet. Je moet in ieder geval de essentiële vetzuren (omega 3 en omega 6) door middel van voeding binnen krijgen. Ik ben een voorstander van roomboter maar je moet niet schrijven dat er in margarine en halvarine transvet zit, terwijl dit niet waar is. Dit is al 20 jaar niet meer zo in Nederland. Ook als je thuis frituurt ontstaan er geen transvetten. Kokosvet vindt ze fantastisch. Ik heb ook niets tegen kokosvet maar het heeft niet allerlei bijzondere eigenschappen hoe graag iedereen dat ook wil.

Liever geen witte rijst

Van Julia mogen we onbeperkt koolhydraten eten. Ze adviseert meer groenten te eten, dat is een advies waar niemand iets tegen zal hebben. Dat fruit je bloedglucose langzaam verhoogt is in het algemeen onjuist. Dat ligt aan het soort fruit. Volgens haar kunnen we rustig drie maal per dag witte rijst eten (zoals ze in Korea doen) als daar maar geen e-nummers in zitten. Dat advies is niet juist, witte rijst heeft nauwelijks voedingswaarden en wel kcal en voegt dus niets toe aan een goed voedingspatroon. Kies liever voor volkoren varianten, zoals zilvervlies rijst en volkoren pasta.

Haar adviezen over zout zijn gevaarlijk

Over zout schrijft ze ‘zoutarm eten is geen oplossing voor een hoge bloeddruk. Dat is zelfs gevaarlijk voor je lichaam, omdat je lichaamscellen uit mineraalzouten bestaan en dus zouten nodig hebben.’ Ze baseert dit op het feit dat mensen in Korea geen hoge bloeddruk hebben en wel veel Keltisch zout eten. Je kunt echter mensen in Korea niet zomaar vergelijken met Nederlanders. Dit is een volstrekt onverantwoord advies.

Het derde deel geeft menusuggesties.

Julia is een ervaringsdeskundige en deelt haar mening maar kent de feiten niet

Om een of andere reden geloof ik wel dat Julia het goed met haar lezers voor heeft en oprecht denkt dat ze hen kan helpen. Ze schrijft dat ze blij is dat ze zoveel informatie kan vinden op internet. Maar dat is tevens de valkuil waarin zij (met veel anderen) intrapt. Wat op internet staat hoeft helemaal niet juist te zijn. In haar boek staan veel onjuistheden. Ook geeft ze geen blijk van kennis van pathologie. Ik vind wel dat als je voedingsadvies wilt geven je (moreel) verplicht bent je te verdiepen in pathologie en voeding. Je kunt het niet maken om zomaar iets te roepen. En ja lezers, gebruik ook zelf je verstand: ‘hoe extremer, hoe groter de kans dat de informatie niet juist is’.

Julia adviseert om zo natuurlijk mogelijk te eten en ook voor o.a. schoonmaken en schoonheidsproducten producten te gebruiken die niet toxisch zijn. Prima als je dat graag wilt, maar daarvoor biedt dit boek weinig handvaten.