Wetenschappelijk werken, voor artsen

Ik ben een groot voorstander van een gezonde leefstijl in plaats van medicatie als dat mogelijk is. Dat is ook nooit anders geweest. Ik maak me echter wel bezorgd over het gebrek aan onderbouwing van adviezen. Daarom schreef ik in juni een stuk over leefstijlgeneeskunde voor het blad Arts en Auto, waarop veel werd gereageerd. Zeker nadat Janneke Wittekoek het deelde via Linkedin. Veel reacties waren voorspelbaar en laten zien dat de financiële belangen enorm zijn.

 

 

 

 

Wetenschappelijk kennis onvoldoende

Er reageerde echter ook een arts die het anders zag en daar via Linkedin persoonlijk met me over van gedachten wisselde. Het was aangenaam dat zijn input over de inhoud ging. Dat gebeurt niet vaak als het over koolhydraatarme voeding gaat. Ik leerde er wel degelijk iets van. Het vervolg gaat over artsen en niet speciaal over de arts die zijn visie met me deelde. Ik leerde vooral waarom artsen die goed zijn opgeleid het niet eens zijn met voedingskundigen die daarin zijn gespecialiseerd. Mijn indruk is dat artsen wel zeggen wetenschappelijk te werken, maar dat ze niet is geleerd wat dat betekent. Daardoor kunnen ze zelf ook niet zien dat wat ze doen niet de juiste aanpak is als je daadwerkelijk wetenschappelijk wil werken.

Resultaten van ervaringsdeskundige zijn slechts een hypothese en geen bewijs

Wat mij de afgelopen jaren het allermeeste heeft verbaasd is dat adviezen gegeven worden op basis van een theorie die artsen hebben gelezen, zelf bedacht of zelf hebben ondervonden als ervaringsdeskundigen. Als iets voor jou werkt betekent dat niet dat het dan ook voor anderen de beste aanpak is.

Voorkom verkeerde adviezen door hypotheses te toetsen

Een eigen idee kan een goed idee zijn maar om te weten of die ook klopt zul je deze hypothese ook moeten testen. Juist daarvoor is wetenschappelijk onderzoek nodig. Dat voorkomt ook dat je onterecht te positief over je eigen idee denkt en daardoor verkeerde adviezen geeft die mensen kunnen schaden. Dat zag je bij deze review van Hanno Pijl. Hij dacht steeds dat koolhydraatarme voeding altijd de beste keuze was. Ik verwacht dat hij dat dacht te zien bij zijn patiënten. Maar waarnemingen in je eigen praktijk met een niet-representatieve groep patiënten geven al snel een gekleurd beeld van de werkelijkheid. Dat was zijn bias. Uit zijn review bleek dat koolhydraatarme voeding ook voor mensen met diabetes type 2 geen betere resultaten geeft op de langere termijn. Ik ben benieuwd wanneer hij stopt met het actief promoten hiervan o.a. in zijn boeken. Een hoogleraar zou in staat moeten zijn over zijn eigen bias heen te stappen, toch?

Voor onderbouwde conclusies heb je een controlegroep nodig

Om conclusies te kunnen trekken is het wel van belang dat onderzoek goed is opgezet. Een groepje mensen intensief begeleiden zonder controlegroep is prettig voor die mensen, maar heeft niets met wetenschappelijk werken te maken. Daarvoor is nodig om verschillende groepen met elkaar te vergelijken zodat een onderbouwde conclusie kan worden getrokken welke aanpak het beste werkt. Nu wordt wel steeds gezegd dat de resultaten beter zijn dan wanneer mensen eten volgens de Schijf van Vijf. Maar wie zegt dat dat daadwerkelijk zo is als mensen met de Schijf van Vijf ook zo intensief worden begeleid. Toon dat eerst maar eens aan.

Koolhydraatarme voeding is niet de beste keuze op de langere termijn*

‘Maar ik voel me zo prettig’ zeggen patiënten dan. Mensen die intensief worden begeleid zullen zich inderdaad meestal fijner gaan voelen, maar daarmee is het nog geen reden dat de ziektekostenverzekeraar dat betaalt. Sowieso is het uiteraard fijn als mensen zich gezonder gaan voelen. Maar mensen zijn te vaak op de korte termijn gericht, terwijl het ook van belang is naar de langere termijn te kijken. Als er twee voedingspatronen zijn met hetzelfde effect is het slim te kiezen voor het voedingspatroon met de minste nadelen o.a. met betrekking tot hart-en vaatziektes. Daarnaast is het ook belangrijk om te kijken wat een voedingspatroon is dat mensen hun hele leven vol kunnen houden. Zowel qua gezondheidseffecten als het langdurig volhouden van het voedingspatroon is koolhydraatarme voeding niet de beste keuze. Bij het kiezen van koolhydraten is de kwaliteit wel van belang en kies daarom voor producten als volkorenbrood, zilvervliesrijst en volkorenpasta. De aanbeveling is immers 90 gram volkoren per dag.

Wetenschap ontwikkelt

Als mensen liever hun mening delen dan hetgeen dat bekend is uit de wetenschappelijke literatuur wordt nogal eens geschreven dat wetenschap zich ontwikkelt. De suggestie lijkt gewekt te worden dat ik dat niet zou weten. Uiteraard volg ik nieuwe ontwikkelingen. Maar een wetenschappelijke conclusie wordt nooit gebaseerd op één nieuw onderzoek. Dat nieuwe onderzoek wordt beoordeeld in samenhang met onderzoek dat al eerder was gedaan. Daarom zal een standpunt zelden drastisch veranderen.

Wetenschappelijk onderzoek geeft meer info dan een persoonlijke mening

Rest nog de vraag of ik vind dat wetenschap zaligmakend is. Nee hoor, de inclusiecriteria zijn vaak strikt en daarom is het lastig te vertalen naar de dagelijkse praktijk. Maar wetenschappelijk onderzoek geeft wel een betere richting dan een persoonlijke mening van een arts die niet is opgeleid in voeding. Ik hoop dat de KNMG dit haar artsen ook op het hart gaat drukken.

* er zijn mensen met bepaalde genetische profielen waarvoor koolhydraatarme voeding de beste keuze. Dat betekent echter niet dat dus luk raak koolhydraatarme voeding kan worden gepromoot als de beste optie voor iedereen.

PS

Ik heb als voorbeeld het advies voor koolhydraatarme voeding gekozen, omdat dat inmiddels de oplossing lijkt voor bijna elk gezondheidsprobleem. Mijn pleidooi voor wetenschappelijk werken geldt uiteraard voor elk voedingsadvies. Dus ook voor de adviezen die nu worden gecommuniceerd over MS, reuma, ziekte van Crohn, Colitis Ulcerosa en hart- en vaatziektes.