Wie maakt ons eten?

Misschien vreemd dat Robert in mijn rubriek ‘goed gedaan’ staat maar ik zie hem als bruggenbouwer tussen boeren en de maatschappij. Ik denk dat zijn rol belangrijk is. 29 augustus sprak ik met Robert ten Kate die ik via Twitter volg. Ik volg hem omdat ik meer wil weten over de mensen die ons ‘echte’ voedsel maken. Ik weet daar nog niet veel van en een gesprek met Robert leek me daarom een goede start. Dat bleek ook zo te zijn.

Robert is een zoon van melkveehouders. Zijn broer neemt het bedrijf van zijn ouders over. Hij koos zelf een andere richting. Robert maakt zelf geen voedsel maar weet er wel veel van. Dat is niet wat hij zelf zegt maar mijn conclusie na een gesprek met hem. Hij heeft een opleiding communicatie en zijn plan is altijd geweest om na zijn opleiding iets te doen voor de agrarische sector. Hij werkt nu als marketeer bij Agrio, een uitgever van agrarische vakbladen.

 

Risico’s voor boeren

Ik vind dat iedereen zelf kiest wat hij wil eten, maar ook dat iedereen respect verdient. In het kader van gezondheid en duurzaamheid is het voor de meeste mensen slimmer wat minder vlees te eten, Het gesprek hierover wordt steeds feller tussen boeren en veganisten. Ik denk dat niemand daarbij gebaat is. Zo vindt het dierenbevrijdingsfront dat ze gewoon dieren van anderen vrij mogen laten. Zelf ben ik daar pertinent tegen. Dat is bedreigend voor zowel boeren als voor hun dieren. Ik vroeg Robert hoe hij dat ziet. De inkomsten van boeren (die dieren hebben) hangen af van de hoeveelheden die ze verkopen. De meeste boeren houden van hun dieren, maar het is ook hun onderneming. Om voedsel te produceren, of dat nu dierlijk of plantaardig is, zijn enorme investeringen nodig. Er gelden steeds meer regels die enorm complex zijn en ook steeds sneller wijzigen. Een dilemma dus: minder dierlijke producten is beter maar er zijn wel grote investeringen gedaan die linksom of rechtsom toch moeten worden terugverdiend. Hoe kun je daar het beste mee omgaan?

Thema’s

Zelf denk ik dat boeren voor een land erg belangrijk zijn om te voorkomen dat we (te veel) afhankelijk zijn van andere landen. Maar dat betekent ook dat we als land een realistische visie moeten ontwikkelen over de rol van  boeren in onze maatschappij. Dat gaat verder dan uitsluitend de milieu- en dierenwelzijnseisen. Ook moet de sector weerbaarder en veerkrachtiger worden. Ik zou me graag verdiepen in de risico’s die boeren moeten nemen. Als buitenstaander heb ik de indruk dat wetten zo vaak wijzigen dat daardoor de risico’s extreem hoog zijn.

Verdeling in de keten

Een van de risico’s wordt gevormd door de verdeling in de keten. Er zijn 54.000 boeren en 4 à 5 inkooporganisaties en een aantal supermarktketens. Een individuele boer heeft daardoor nauwelijks invloed op zijn verkoopprijs. Als een boer het niet tegen een lagere prijs wil verkopen, dan haalt een inkoper het wel bij een andere boer. Ook de supermarkt wil het zo goedkoop mogelijk verkopen en dus inkopen omdat anders de klant naar de concurrent gaat. Hierdoor is de prijs die we betalen voor ons voedsel laag. Ik hoor vaak te laag en vraag me af of dat ook zo is. Of zou een eerlijkere verdeling in de keten de boer al kunnen helpen?

Een plaatje van PBL geeft dit duidelijk weer:

Bedrijfsopvolging

Doordat de risico’s zo hoog zijn komt de bedrijfsopvolging in gevaar. Ca. 60% heeft geen bedrijfsopvolger. Bovendien zijn het vooral de kleine en middelgrote bedrijven die geen bedrijfsopvolger hebben. Als een boerderij verdwijnt komt deze nooit meer terug. Dat overname niet plaats vindt komt niet alleen omdat kinderen de boerderij niet voort willen zetten, maar ook doordat ouders dat hun kinderen afraden. Bijna de helft van de boeren in Nederland is nu ouder dan 55 jaar en slechts 6% van de boeren is jonger dan 35 jaar. Meer mensen op aarde en minder boeren betekent dat als we voldoende voeding willen produceren de intensiviteit zal moeten stijgen. Daar zijn mensen best vaak fel tegen maar dat is wel de consequentie als te weinig mensen boeren willen zijn.

Duurzaamheid

De opmerking van Robert dat agrarische  familiebedrijven juist voor duurzaamheid staan, laat zien dat Robert op een boerderij is opgegroeid. Volgens Robert wil elke ouder namelijk het bedrijf beter achter laten voor de volgende generatie als dat het was toen ze zelf startten. Dat duurzame gedachtegoed staat onder druk door het lage aantal bedrijfsopvolgers, omdat agrarische bedrijfsleiders heel andere – vaak minder duurzame – keuzes maken als ze weten dat ze geen opvolger hebben.

Rapport Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC)

Midden augustus verscheen het nieuwe rapport van IPCC. Als wij onze manier van landgebruik niet drastisch aanpassen, kan dat verstrekkende gevolgen hebben voor het klimaat, de biodiversiteit en de voedselzekerheid wereldwijd. In de media ging het veel om het verminderen van de vleesconsumptie. Minder ging het over het effect van wereldwijd landgebruik op het klimaat. In Nederland vindt bebouwing  in 90% van de gevallen plaats op grond die nu voor landbouw wordt gebruikt. Dat is verontrustend omdat die grond een belangrijke rol speelt in het kader van klimaatverandering, waterbeheer en biodiversiteit, maar ook omdat vanuit een wereldwijd perspectief. Lang niet alle grond is zo geschikt voor landbouw als de grond in Nederland. Als we met meer mensen op aarde zijn is het daarom van belang landbouwgrond ook voor landbouw te gebruiken en niet voor bebouwing.

Wie wil helpen?

Ik stap zelf blanco in dit onderwerp en weet ook nog niet helemaal hoe ik dat aan ga pakken. Wel is zeker dat ik met boeren wil gaan praten om hun dilemma’s in kaart te brengen. Heb jij, boer of belangstellende, ideeën wat je wil horen of vertellen? Stuur mij dan een mail. Mijn mailadres is liesbeth@liesbethoerlemans.nl. Ik kan niet zeggen hoe snel ik er daadwerkelijk mee aan de slag ga maar dat ik dit ga doen is wel zeker.